Mijmerend op een havenpier zitten en af en toe een passerend zeeschip determineren is een prima weekendbesteding. Maar je moet er wel even inkomen. En heel goed zoeken naar een spottersplek.

Zoon E (9) laat zich achterover vallen in het gras en begint te gamen op zijn ipod. ‘Roep me maar als er weer iets voorbijkomt.’

Voor zeeschepen spotten is geduld nodig. Niet dat we dat erg vinden. Zo bereiken we die rustige, mijmerende gemoedstoestand die waarschijnlijk ook vissers naar de waterkant lokt. Voor mij is schepen spotten vooral een aanleiding om die rare industriële stadsrand bij het water eens te verkennen, maar er bestaan ook fanatieke spotters. Op Facebook, Youtube en websites zoals Kustvaartfora.nl en Marinetraffic.com bestoken bezoekers elkaar wekelijks met foto’s en wetenswaardigheden over juweeltjes met namen als Seajacks Kraken of Zephyr. Het Havenbedrijf Amsterdam heeft een speciale app ontwikkeld waarop alle inkomende, vertrekkende, verkassende en aangemeerde zeeschepen te zien zijn. Ook zijn er havenfietsroutes en rondvaarttochten uitgezet. Want, vindt het havenbedrijf: het is hoog tijd dat de dagjestoerist het havengebied ontdekt.

Maar van de vijf vrachtschepen die de afgelopen veertig minuten zijn langs gekomen herkent de app er geen. De Sophia, de Piz Roseg, de Thetis, de Rossini en de Alpha blijven een mysterie voor ons. Plotseling schiet mijn reisgezel, die met een schuin oog het water in de gaten hield, overeind: daar komt een vrachtschip voorbij die wél door onze app wordt erkend. Het is een containerschip met huizenhoge uitkijktoren en een hijskraan aan dek. De feitjes: de Aasli uit Gibraltar (1994) is honderd meter lang, weegt 6630 ton en is onderweg naar de Oranjewerf. We proberen op de online kaart te zien hoe de boot beweegt, maar daarin voorziet de app niet.

De Cypriotische bulkcarrier Cape Kennedy

De Cypriotische bulkcarrier Cape Kennedy

Onze spottersplek bevindt zich naast de steiger van pont 6 naar Zaandam. De Hemhaven is het gebied waar onder andere de kolenoverslag plaatsvindt voor Nuon. Herkenbaar aan de overdekte transportband langs het fietspad en de zoetige stank. We besluiten naar de oostelijke haveninhammen te fietsen, want volgens de app moeten daar aardig wat afgemeerde zeeschepen te vinden zijn. Helaas: elke havenpier blijkt afgesloten door ontoegankelijke bedrijventerreinen. Dat is geen toeval, begrijp ik de volgende dag telefonisch van een medewerker van het havenbedrijf: sinds 9/11 eist de VS van alle kades waar haar schepen komen, dat ze zijn afgesloten voor publiek. Ik vraag hoe onze teleurstellende spottersscore is te verklaren. “De app laat alleen zeevarende schepen zien, geen binnenvaart”, legt de medewerker uit. “Dagelijks varen honderden binnenvaartschepen van IJmuiden naar Amsterdam. Als je ze allemaal live wilt volgen, moet je apps hebben die gebruik maken van AIS, een verplicht internationaal volgsysteem.” Of er al veel enthousiasme voor de app is?  “Geen idee, u bent de eerste die belt.”

Ik wil een herkansing. Een week na de teleurstellende sessie probeer ik het nog een keer, dit keer alleen. De zestien kilometer lange Westhavenroute voert langs bermen vol veldbloemen, drukke autowegen, windmolens en fabrieksschoorstenen. In deze contreien is nauwelijks een levend wezen te bekennen. Ter hoogte van de auto-overslag in de Hornhaven zie ik in de verte twee grote vierkante schepen met laadkleppen. Dat zijn autocarriers, lees ik later. In een bocht heb ik onverwachts toegang tot de waterkant. Hier ligt een olietanker met rokende pijp voor ankel (de Leeni uit Limassol, Cyprus, rapoorteert de app; 2900 ton, gebouwd 2006). Prima plek om van de fiets af te stappen en wat foto’s te nemen, lijkt me. Maar al dat rondhangen en fotograferen maakt van mij een verdacht sujet. Al snel komt een patrouillebootje poolshoogte nemen. Het is duidelijk: dit is een gebied waar toeristen hoogstens worden gedoogd. De recreatie moet nog bevochten worden.

Na een vervallen woonwagenkamp en een recyclingbedrijf voor autobanden sla ik rechtsaf. Daar ontrolt zich de pier langs het Noordzeekanaal. Eindelijk heb ik links en rechts écht uitzicht.

En als bij afspraak komt daar vanuit Amsterdam een majestueuze boeg in zwart en ossebloedrood opdoemen. Uit de spuigaten stroomt water naar beneden, zoals water van een opduikende walvis afglijdt. Het is stil aan boord, geen mens te zien. Het lijkt alsof dit gevaarte alle geluid in de omgeving absorbeert, alle werkelijkheid opzuigt. Dan vaart hij voorbij, onverstoorbaar, visioenen van de zee met zich meevoerend. Terwijl het vrachtschip verdwijnt, check ik zakelijk zijn identiteit. Het is de Cypriotische Cape Kennedy (roepnaam 5BPP3), een bulkcarrier met aan boord erts, graan of steenkool. 229 meter lang en 44.330 ton zwaar. Gelukt: heel even voelde ik me daar een echte schepenspotter.

 

illustratie op Kustvaartforum.com

illustratie op Kustvaartforum.com